‘En?’ vraagt Gianna. ‘Wat zei die agent?’
Renzo stopt zijn telefoon weg. ‘Kansloos. Die Goossens heeft genoeg beveiligingscamera’s, maar niet in zijn rouwkamers. Privacy.’
Geërgerd draait Gianna zich om naar het gesmak. ‘Ilona! Wil je Colt ook dood hebben? Lasagne is veel te zout voor die hond.’
De terriër kokhalst.
‘Zie je wel?’
Renzo kust zijn vrouw. ‘Lieverd, rustig. Ik snap dat je gestrest bent door je moeders overlijden en dat gedoe met haar ketting, maar daar kan Ilona ook niets aan doen.’
‘Die parelketting hoort bij ma, hij moet mee in de kist.’
‘Deugde dat slotje wel? Misschien ligt hij wel tussen die witte stof.’
‘Pa, hou op,’ verdedigt Ilona haar moeder. ‘Daar hebben we allang gezocht. Als er iets niet deugt, dan is het wel die grafgluiperd met zijn Armani-pak.’
‘Zo fout als wat,’ benadrukt Gianna. ‘Jatten is tot daaraantoe, maar níet van de doden.’
Renzo grimast. ‘Oké dames, de situatie is duidelijk. Ik weet wat we elkaar hebben beloofd, maar nood breekt wet. Nog één keertje dan? Voor oma?’
‘Voor oma.’
Renzo ratelt op het toetsenbord van zijn laptop tot de gezochte plattegrond verschijnt.
‘Ilona, die Goossens wordt jouw missie. Daar.’ Hij wijst naar de ontvangstruimte. ‘Past dat flutjurkje nog?’
Zijn dochter grijnst. ‘Sure.’
‘Hier zit de techniek, ik vermaak me wel met de camera’s.’ Renzo kijkt op naar zijn vrouw en glimlacht om haar strijdlustige blik. ‘Gianna, jij zoekt de ketting. De kluis zal in het kantoor staan, andere opties zie ik niet.’
‘Komt goed.’
Ilona tilt de bedelende hond op. ‘Colt gaat met mij mee.’
Renzo knikt. ‘Prima. Ik maak de afspraak. Kledingcode zwart, zoals gewoonlijk. Dit keer voor oma.’
Ilona’s uitgeveegde mascara doet zijn werk, Goossens leidt haar bezorgd naar een stoel. ‘Thee?’
‘Graag.’
Zodra de uitvaartondernemer naast haar plaatsneemt, plant ze Colt op zijn schoot. ‘Voel eens hoe zacht zijn vachtje is.’
De man aait braaf, maar zijn blik blijft op Ilona’s decolleté gericht. Het echtpaar passeert hen achteloos.
‘Wij gaan vast naar oma, liefje.’
De deur van de techniekkamer staat op een kier. Renzo grinnikt om zoveel onnozelheid. Terwijl hij razendsnel zijn klus klaart, wacht Gianna naast haar moeders kist op zijn appje.
Game on.
Het kantoorslot blijkt een lachertje en de kluis is van dezelfde categorie. Snuivend van minachting haalt Gianna wat gereedschap uit haar schoudertas. Als ze even later de zware deur opentrekt, straalt de blinkende inhoud haar tegemoet. Ze maakt voor de zekerheid een foto en vist er haar moeders ketting tussenuit.
Zodra de waterkoker borrelt, zet Goossens Colt op de grond. Onmiddellijk gaat de snuffelaar op zoek naar de twee ontbrekende roedelleden. De man schiet overeind. ‘Niet daarheen!’
Ilona grijpt zijn arm. ‘Mijn thee?’ vraagt ze poeslief.
‘Ach natuurlijk. Sorry.’
Het kabaal in de gang zet iedereen op scherp. Gescheld overstemt het gejank.
Goossens rent erop af. ‘Gaat het?’
‘Ach ja, die rothond.’ Renzo helpt Gianna overeind. ‘Niks aan de hand, hoor.’ Hij trekt zijn tegenstribbelende vrouw mee. ‘We moeten gaan, tot morgen.’
Buiten duwt Renzo zijn vrouw met enige dwang in de auto. Ilona en Colt springen op de achterbank.
Zodra de portieren dichtklappen, ontploft Gianna.
‘Wat deed je nou, klootzak? Ma’s ketting ligt nog in die gang!’
Renzo wijst grijnzend naar achteren. ‘Colt.’
‘Wát Colt?’
‘Kijk eens wat hij in zijn bek heeft.’
Kort verhaal in het kader van het boekenweekthema ‘Bij ons in de familie’
Maart 2024