Geesteskind

Het oorlogsgeweld in het late journaal had het overstemd, maar zodra Stella de tv uitschakelt, valt het haar meteen op. Plofgeluiden. Op haar telefoon stapelen de meldingen van de voordeurcamera zich op. Na middernacht én pokkenweer, die dobermann van tegenover zal wel weer solo op pad gestuurd zijn. Ze bekijkt de laatste opname. Op de mat stuitert een kind dat vergeefs naar de bel reikt. Snel opent ze de deur.
‘Dokter meekomen!’ roept de jongen, die blijkbaar op missie is gestuurd. ‘Papa ziek.’
Stella ziet pure angst in zijn ogen, dit is geen kwajongensstreek.
‘Dokter vrij,’ probeert ze voorzichtig. ‘Zal ik de post bellen? Waar wonen jullie?’
‘Daar.’ Meteen keert de jongen om.
‘Wacht!’
Stella grist haar dokterstas en sleutels van het dressoir en haast zich in de richting van de aangewezen woning. Als ze in het schijnsel van het raam een schim ziet gebaren, versnelt ze haar pas.

Hijgend drukt ze op de bel naast het naambordje. Ze herkent de namen. Wim en Ines Wouters, patiënten met wie ze binnenkort een kennismakingsgesprek heeft. Schiet op, waar blijven jullie?
Een jonge vrouw opent de deur, ze ruikt naar gebakken spekjes.
‘Dokter Harinxma? Wat is er?’
‘Ik kom voor uw man.’ Stella blikt over Ines’ schouder.
‘Op dit tijdstip?’
Stella loopt ongeduldig de gang in. ‘Boven?’
De vrouw fronst haar wenkbrauwen. ‘Wim zit in zijn stoel bij de tv.’
Stella stevent de woonkamer binnen.
De man gaat overeind zitten. ‘Nog op pad na middernacht, dokter? Hulp nodig?’
‘Nee, ik kom ú helpen.’
Wim lacht. ‘Nou, de afwas staat er nog.’
Stella haalt diep adem. ‘Uw zoon haalde me op, hij zei dat zijn vader ziek was.’
‘Zoon?’ Zijn gezicht verstrakt. ‘Onmogelijk.’
‘Hij wees naar dit huis, ik weet het zeker.’
De man keert zijn blik af.
Ines glimlacht ongemakkelijk. ‘U bent doorweekt. Ga zitten, dan maak ik thee.’
Stella neemt aarzelend plaats op de bank. Ze staart naar haar modderige gympen.
‘Sorry voor het ongemak,’ mompelt ze.
De man kreunt. Stella kijkt schuldbewust op.
Ze herkent het meteen. De asgrauwe huid, het verkrampte gezicht. Ze springt overeind en trekt Wims lichaam op de grond. ‘Bel 112!’ roept ze. ‘Uw man heeft een hartinfarct.’ In de keuken valt een glas, maar ze blokt haar gedachten en start met reanimeren.

Pas als de ambulanceverpleegkundigen het overnemen, heeft Stella oog voor de trillende vrouw. Ze slaat haar arm om Ines heen.
‘Het komt goed, ik was er op tijd bij.’
‘Ik snap het niet. Wim sport dagelijks, dit verwacht je toch niet?’
Stella volgt Ines’ blik naar een familiefoto. Haar adem stokt. ‘Dat is hem,’ stamelt ze. ‘Hij heeft me hierheen gebracht.’
‘Onmogelijk,’ antwoordt Ines. ‘Dat is onze zoon Maarten, hij is vorig jaar overleden.’
‘Pardon, dames,’ klinkt het achter hen.
Ze maken ruimte voor de brancard en lopen achter de mannen aan naar de ambulance. Voordat Ines instapt, keert ze zich om.
‘Bedankt, dokter.’
Met haar armen om haar tas geklemd staart Stella ze na. Het is droog, maar kil. Ze rilt.

Kort verhaal voor de schrijfwedstrijd ‘De Nacht’. Dit verhaal won de derde plaats (300 inzendingen).
November 2023
Lees de drie prijswinnende verhalen en de juryrapporten
Lees meer over de schrijfopdracht